De tuin winterklaar maken

Eind oktober, begin november is het echte tuinseizoen afgelopen en is de belangrijkste zorg om de tuin winterklaar te krijgen. Vaak gebeurt het winterklaar maken voor media december, maar later in de winter is ook geen enkel probleem. Het winterklaar maken betekent uiteenlopende zaken die in orde moeten worden gemaakt:

Snoeien

Een aantal struiksoorten moeten juist nu gesnoeid worden. Snoeien in het voorjaar levert bij sommige beplanting het risico op dat ze dood “bloeden”. Fruitbomen, klimop, groenblijvende hagen zoals coniferen en de meeste bladverliezende hagen kunnen in de winter prima gesnoeid worden. Er moeten alleen geen struiken gesnoeid worden die op eenjarig hout bloeien. Als je deze namelijk nu al wel snoeit, bloeien ze in het voorjaar niet en dat is niet de bedoeling natuurlijk.

Gras maaien

Zeker met zacht herfstweer blijft het gras nog langzaam doorgroeien en is een laatste maaibeurt in november nog nodig om te voorkomen dat het gras met te lange sprieten de winter in gaat. Een te hoge grasmat geeft een extra risico op schade bij aanhoudende vorst in de winter, zeker wanneer het gazon regelmatig belopen wordt.

Mos in het gazon

Veel tuinen kampen in het voorjaar met mos in het gazon. Dit is grotendeels te voorkomen door aan het begin van de winterperiode kalk te strooien over het gazon. Mos gedeit het best op een zure ondergrond en kalk verlaagt juist de zuurgraad van de bodem.

Beplanting

De herfst is, zolang er nog geen vorst is, een goede periode om nieuwe vaste planten in de grond te zetten. De bodem is nog redelijk warm en bij een mooie herfst zullen de planten nog voor de winter gaan wortelen en daarmee hebben ze al een voorsprong bij het uitgroeien in het voorjaar.

Bloembollen

De herfstperiode is ook de beste tijd om voorjaarsbloeiers in de grond te stoppen. Niet voor niets wordt er alom mee geadverteerd in deze periode. Narcissen, sneeuwklokjes, tulpen en krokussen gaan in de herfst de grond in, natuurlijk wel voor de vorstperiode aanbreekt.

Zomerbollen

De zomerbollen zoals de begonia, de canna en de dahlia moeten voor de vorstperiode aanbreekt juist wel uit de grond gehaald worden, zij zijn niet tegen vorst bestand. Deze bollen en knollen moeten droog en vorstvrij bewaard worden tot het voorjaar. Dan gaan ze voor een nieuw bloeiseizoen weer de grond in!

Kuipplanten

De eenjarige bloeiers in de kuipen en plantenborders zoals de geraniums, petunia’s, afrikaantjes en lobelia’s zijn uitgebloeid en kunnen weggegooid worden. Eventueel kunnen geraniums wel gestekt worden en daarmee de nieuwe planten leveren voor het volgende jaar. Ook hier geldt dat zij wel vorstvrij de winter door geholpen moeten worden. De niet winterharde planten (kuipplanten), moeten nu ook naar binnen gehaald worden. Deze planten kunnen het best in een lichte ruimte opgeslagen worden waar de temperatuur tussen de 5° en 10° ligt. De planten moeten wel zo nu en dan water krijgen.